Herbologie

Dagboek van een herborist in opleiding
30 aug 2023

Zilverdistel

Onlangs heb ik een bergwandeling gemaakt van het plaatsje Lescun in de Franse Pyreneeën naar Pico de Päu in de Spaanse Pyreneeën. Het is dan wel één gebergte, de Spaanse Pyreneeën verschillen nogal van de Franse en dat kun je heel mooi vergelijken als je een Porta oversteekt. Dat is een oversteek tussen een bergkam door van het ene land naar het andere land. Opeens sta je dan in een andere wereld. De Spaanse kant is een heel stuk ruiger, onherbergzamer, veel spaarzamer begroeid en de bergen zelf zijn hoger. Aan de Franse kant zijn ze ronder en meer begroeid en daar is het ook vaak vochtiger, mistiger en minder heet en daardoor vind je aan beide kanten dan ook heel verschillende planten en bomen. In heel Frankrijk komen zo’n 5000 soorten wilde planten voor en alleen al in de Pyreneeën zijn er dat 3600. Het is fantastisch om zo veel soorten wilde planten in hun natuurlijke habitat te zien, waarvan er ook een groot aantalin het afgelopen jaar tijdens mijn studie voorbij zijn gekomen. Ik heb bijvoorbeeld de wilde Vrouwenmantel, de Engelwortel, het Sint-Janskruid, de Ogentroost, de Pepermunt, de Muizenoor, de Gele Gentiaan, de Jeneverbes, het Donderblad, en de Arnica Montana gezien.

Het viel me op dat er ook best wat verschillende soorten (voor mij althans) bijzondere distels stonden. Ik verdiepte me iets meer in deze plantjes en kwam er achter dat de ene distel de andere niet is. Er zijn namelijk verschillende plantenfamilies, waarvan degenen die tot de Carduusfamilie behoren de ‘echte’ distels zijn. De distel op de foto is een Zilverdistel (Carlina Acaulis) en dat is dus weer geen ‘echte’ distel, maar wel een bedreigde soort. Het verschil met planten uit de distelfamilie is dat deze geveerd zijn, dat wil zeggen dat de pappusharen (een krans van haren of schubben rondom de steel) van de Carlinafamilie zelf met kleine haartjes bezet zijn. De geslachtsnaam Carlina is volgens de legende ontleend aan Karel de Grote die de geneeskrachtige werking van de plant tegen pest ontdekt zou hebben. In werkelijkheid is hij net als de naam Carduus waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse woord voor distel. En om het nog wat ingewikkelder te maken: de Kardoen (Cynara Cardunculus), de wilde Artisjok, hoort weer bij het geslacht Cynara, maar heet in het latijn Cardunculus, wat ook weer verwijst naar Carduus.

De ‘echte’ distels zijn grote, stekelige planten met kleine, meestal paarsachtige bloemen die samengeperst in een groot, stekelig omwindsel korfje zitten. De vruchten hebben vruchtpluis. In Nederland komen de volgende ‘echte’ distels voor: Kruldistel (Carduus crispus), Knikkende distel (Carduus nutans) en Langstekelige distel (Carduus acanthoïdes) en Tengere distel (Carduus tenuiflorus), waarvan de laatste zeer zeldzaam is.

×